Het AD somt de getroffen vliegtuigen op:

CEAPR DR 400/125, DR 400/140, DR 400/160, DR 400/180, DR 400/180 R, DR 400/2+2, DR 400/120, DR 400/125i, DR 400/140 B, DR 400/120 A, DR 400/160 D, DR 400/120 D, DR 400/180 S, DR 400/100, DR 400 RP, DR 400 NGL, DR 400/200 R en DR 400/200 I vliegtuigen, met serienummer (s/n) 2444 tot en met 2777, en alle vliegtuigen (modellen zoals hierboven vermeld) die in gebruik zijn uitgerust met een vleugel die na 1 februari 2000 is geleverd of na die datum is gereviseerd door Robin Aircraft.

Betrokken deel: hoofdvleugelliggers, met serienummer 2543 tot en met 2549, serienummer 2559 tot en met 2562, serienummer 2567 tot en met 2570, serienummer 2575 tot en met 2580, serienummer 2583 of 2584, of serienummer 2615 tot en met 2618 inclusief.

Het was bekend dat deze hoofdvleugelliggers in productie werden geïnstalleerd op vliegtuigen met serienummer 2690 en 2694, serienummer 2696 tot en met 2699, serienummer 2709 tot en met 2712, serienummer 2714, 2715, 2720, 2724 en 2725, s/n 2727 tot en met 2731, s/n 2734, 2735, 2738, 2751, 2766, 2767 of 2772.

EASA meldde: “Na een routinecontrole van een hoofdligger van een vleugel nadat de productie afweek van een goedgekeurde fabricagemethode, werd een getroffen onderdeel geïdentificeerd. Later onderzoek heeft uitgewezen dat 7 batches van de betrokken onderdelen die op geleverde vliegtuigen zijn geïnstalleerd, mogelijk getroffen zijn.

“Als deze toestand niet wordt gecorrigeerd, kan dit leiden tot verminderde structurele sterkte van de vleugel, wat mogelijk kan leiden tot structurele defecten aan de vleugel.

“Om deze mogelijk onveilige toestand aan te pakken, heeft CEAPR het SB uitgegeven om informatie te verstrekken over de getroffen onderdelen en om de aanbeveling voor een vliegverbod in te voeren.

De volledige AD is hier te lezen.