Belgische Inschepingstaks

Sinds 1 april 2022 kennen alle Belgische luchthavens de verplichting om inschepingstax in rekening te brengen. De introductie van deze belasting was al eerder aangekondigd maar de GA-sector ging ervan uit dat de inschepingstax alleen van toepassing zou zijn op de commerciële luchtvaart. Helaas is niets minder waar. Alle recreatieve piloten van een vliegtuig dat voorzien is van een motor én passagiers meenemen, betalen vanaf 1 april bij vertrek steeds 10 euro per passagier.

Op de grotere luchthavens wordt de taks bij de betaling van landing in rekening gebracht. Pas wel op dat men het aantal vertrekkende passagiers in rekening brengt, niet het aantal arriverende ! Op de kleinere velden is het incasseren van de belasting een ander verhaal. De wetgever zegt dat de piloot of eigenaar van het vliegtuig zich moet aanmelden als “operator”. Een soort luchtvaartmaatschappij waar deze taksen vervolgens geïncasseerd kunnen worden. Dit geeft al aan dat de regeling waarschijnlijk voor het commerciële groothandelsverkeer bedoeld was en per abuis ook van toepassing is verklaard op GA-verkeer.

Het groothandelsverkeer is de laatste jaren flink gegroeid onder druk van low-cost carriers met lage prijzen, die de vraag oproept of ze in verhouding staat tot de milieulast. Deze tak van luchtvaart geniet bovendien van vrijstelling van accijnzen en btw op de brandstof. Maar waarom de gemotoriseerde vliegsporten getroffen zijn die niets te maken hebben met vervoer van mensen is volstrekt onduidelijk Er bestaat zelfs een wettelijk verbod voor privé-piloten om personen te vervoeren tegen betaling! Bovendien geniet de recreatieve luchtvaart niet van de goedkope vliegbrandstof waarvan commerciële luchtvaartmaatschappijen genieten.

Omdat België een populaire vliegbestemming is voor veel Nederlandse GA-piloten, heeft AOPA Nederland aan de Belgische vliegsportfederaties haar hulp aangeboden. Op dit moment is die hulp nog niet nodig gebleken. Via juridische procedures vecht men op eigen kracht de maatregel aan. Het verweer focust op twee punten. Het eerste punt gaat over de tekst dat de belasting geheven wordt op luchthavens. De federaties voeren aan dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen luchthavens en luchtvaartterreinen en de taks niet van toepassing zou moeten zijn op luchtvaartterreinen. Het tweede punt gaat over de toepasbaarheid. Om de belasting af te kunnen rekenen moet de piloot of eigenaar zich registreren als luchtvaartmaatschappij. Daar zijn allerlei exploitatievergunningen en een AOC voor nodig. Dit zijn verplichtingen die niet bestaan voor de gemiddelde GA-vlieger en kunnen dus niet worden opgelegd.

Hoe nu om te gaan met deze materie als Nederlandse piloot? Op de eerste plaats zijn instructievluchten en vluchten met Belgisch ingeschreven ULM’s vrijgesteld van de belasting. Ook vluchten die beginnen en eindigen op dezelfde Belgische locatie, zijn vrijgesteld. Grotere luchthavens zoals Oostende en Antwerpen brengen de belasting in rekening op de factuur. Op de kleinere luchtvaartterreinen zoals Grimbergen, Genk en Spa dient de uitbater van het vliegveld ieder kwartaal een overzicht te bezorgen aan FOD Financiën van alle vliegbewegingen op het vliegveld.  De aangekondigde boetes tegen inbreuken zijn enorm hoog en worden aan de vliegclubs aangerekend. U dient dus de belasting te voldoen bij het afrekenen van de landing. De 3 Belgische federaties (VVMV, BFL en BULMF) zullen hun krachten bundelen en deze belasting aanvechten bij de Raad van State. Tot die tijd rest er niets anders dan te voldoen aan de wet.

Uiteraard houden wij u op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.

Nieuws Overzicht